Sinds November 2019 neemt het SMA Expertisecentrum van het UMC Utrecht deel aan de TOPAZ-studie. Dit onderzoek is opgezet door het Amerikaanse biotech bedrijf Scholar Rock en wordt in verschillende landen uitgevoerd. De eerste resultaten zijn nu bekend.
Doel van het onderzoek
Binnen dit onderzoek werd de veiligheid en werkzaamheid van het middel SRK-015 (Apitegromab) onderzocht. SRK-015 en is een antistof tegen myostatine. Myostatine is een eiwit dat de afbraak van spieren stimuleert. Door middel van antistoffen is het mogelijk heel gericht en specifiek de functie van bepaalde eiwitten te remmen. Dat betekent in het geval van myostatine dat de natuurlijke afbraak van spieren wordt afgeremd. De verwachting is dat dit leidt tot beter behoud van spiermassa en, daaraan gekoppeld, spierfunctie. Of dit werkt is tot nu toe alleen met ziektemodellen van SMA bestudeerd. Of SRK-015 in patiënten met SMA tot spierbehoud leidt, wordt in deze studie verder onderzocht.
Opzet van het onderzoek
Voor de TOPAZ-studie zijn drie onderzoeksgroepen opgesteld met patiënten met SMA type 2 en 3. Twee van deze onderzoeksgroepen waren in het buitenland al gevuld voordat de studie in Nederland werd goedgekeurd. In Nederland kon er om die reden maar een zeer beperkte groep SMA-patiënten deelnemen. Deelnemers kregen gedurende een jaar iedere maand via een infuus de onderzoeksmedicatie. Tijdens dit jaar werden de motorische vaardigheden meerdere malen gemeten.
Resultaten
Van de drie onderzoeksgroepen binnen de TOPAZ-studie bestond de eerste uit SMA type 3 patiënten die nog in staat zijn te lopen. Gemiddeld genomen ging deze groep motorisch iets achteruit, maar toch werd er in een kleine meerderheid van de patiënten (57 procent) behoud of minimale verbetering van de motorische vaardigheden gemeten. Bij ongeveer 20 procent van de deelnemers werd een klinisch relevante verbetering geconstateerd. De resultaten suggereren dat SRK-015 mogelijk in bepaalde patiënten met SMA type 3 effect heeft. Waarom het middel bij de ene patiënt mogelijk wel aanslaat en bij de andere niet, is niet bekend.
De tweede onderzoeksgroep bestond uit deelnemers die op of na de leeftijd van 5 jaar met nusinersen zijn gestart, en met de diagnose SMA type 2 of non-ambulante SMA type 3 (niet in staat om te lopen). In deze groep werd gemiddeld genomen een lichte verbetering van de motorische vaardigheden waargenomen. Het percentage deelnemers waarbij een klinisch relevante verbetering van werd gezien, is ongeveer 30 procent.
De derde onderzoeksgroep bestond uit deelnemers met SMA type 2 die voor de leeftijd van 5 jaar met nusinersen zijn gestart. In deze groep werd gemiddeld een duidelijke verbetering van de motorische vaardigheden waargenomen. Ongeveer 60 Procent van de deelnemers liet een klinisch relevante verbetering zien.
Bij elkaar genomen zijn er dus aanwijzingen voor de potentiele werking van SRK-015 bij SMA-patiënten. Dit zal echter nog verder moeten worden onderzocht. Ook lijkt het erop dat het middel veilig kan worden gebruikt. Wel werden er wat bijwerkingen gerapporteerd, zoals hoofdpijn, hoesten en luchtweginfecties.
Vervolg van het onderzoek
In deze studie is voor het eerst gekeken naar de veiligheid en werking van SRK-015 bij SMA-patiënten. Verder onderzoek naar de effectiviteit van het middel is daarom nodig. Farmaceut Scholar Rock heeft aangegeven waarschijnlijk eind 2021 een vervolgstudie te willen starten. Op dit moment is er nog niets bekend over deze studie en of het UMC Utrecht hieraan kan deelnemen. Zodra hier meer bekend over is, zullen we u informeren op onze website. Wij verzoeken u deze informatie af te wachten.
Meer informatie?
Voor meer informatie over de TOPAZ-studie kunt u contact met ons opnemen via smaonderzoek@umcutrecht.nl.