Virale gentherapie als behandeling voor SMA
Bij deze vorm van therapie wordt er gebruik gemaakt van een virus. Virussen zijn van zichzelf heel goed om een stukje erfelijk materiaal (DNA of RNA) in een cel ‘in te bouwen’. Voor het medicijnonderzoek bij SMA geldt dat er gebruik wordt gemaakt van een virus waar allereerst het ziekmakende stukje is uitgehaald en vervolgens is het menselijke SMN1 gen ‘in het virus gestopt’. Na het toedienen van het virus, worden de cellen van het lichaam ‘besmet’ en stopt het virus het erfelijk materiaal dat het met zich meedraagt – in dit geval het SMN1 gen – in alle cellen. In onderstaande afbeelding is dit proces schematisch weergegeven.
In bovenstaande afbeelding is schematisch de werking van virale gentherapie weergegeven. Links is een cel van het menselijk lichaam te zien, waarin alleen het niet werkende SMN1 gen zit. In het middelste plaatje is te zien hoe met behulp van het virus een goed werkend SMN1 gen in de cel wordt ‘ingebouwd’. Rechts het resultaat: de cel heeft een nieuw, goed werkend SMN1 gen gekregen en is in staat meer SMN-eiwit te maken.
Eerste bevindingen
Nadat de eerste resultaten van deze aanpak veelbelovend leken in proefdieren, werd in 2014 gestart met een eerste onderzoek in jonge kinderen. Dit onderzoek toonde aan dat de behandeling geen grote gezondheidsrisico’s met zich mee brengt en dat er ook bij deze kinderen een gunstig effect kan zijn. In oudere kinderen zijn de veiligheid en effectiviteit van het middel nooit onderzocht. Nu het effect in jonge kinderen echter is aangetoond, zal binnenkort ook een vervolgonderzoek bij oudere kinderen gestart worden.
Huidige onderzoeken naar virale gentherapie bij mensen
Momenteel vindt het belangrijkste onderzoek naar deze vorm van behandeling voor SMA plaats in Amerika. Het wordt uitgevoerd door biotechnologiebedrijf Avexis. Hun trial voor SMA is de AVXS-101 trial. De eerste fase van dit onderzoek, waarbij er wordt gekeken naar de veiligheid van het middel AVXS-101 (Zolgensma), is afgerond en werd begin november 2017 gepubliceerd in de New England Journal of Medicine. De eerste fase van dit onderzoek heeft laten zien dat het middel veilig kan worden gebruikt. Bij de 15 Amerikaanse kinderen die konden meedoen aan dit onderzoek bleek verder dat het merendeel een verbetering liet zien van de motoriek en het behalen van nieuwe motorische mijlpalen. Om te onderzoeken of het middel ook echt werkt, is verder onderzoek nodig.
Omdat het middel veilig lijkt te zijn en er voor de meeste van de kinderen die het middel toegediend hebben gekregen er een verbetering van de klachten van SMA ontstond, heeft het bedrijf Avexis bekend gemaakt een groot onderzoek te starten naar de werkzaamheid van het middel. Vanaf 2017 is Avexis in Amerika gestart met verschillende onderzoeken. Een deel van deze onderzoeken is reeds afgerond en dit heeft geleid tot een vergoedingsregeling voor kinderen tot de leeftijd van twee jaar in Amerika. Het Europees medicijnagentschap EMA heeft, onder voorwaarden, een positief advies gegeven voor de markttoelating van Zolgensma. Wanneer de Europese commissie vervolgens ook positief beslist, dan zal er in Nederland nog een besluit moeten worden genomen over de vergoeding van het middel. Pas dan kunnen patiënten er gebruik van maken.
Verder onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van Zolgensma boven de leeftijd van twee jaar loopt nog. Zodra er resultaten bekend zijn, zullen wij hierover berichten op onze website.
Meer informatie over de virale gentherapie Zolgensma is te lezen via de website van de Amerikaanse patiëntenorganisatie Cure SMA.